Het Burgerweeshuis in 1600

Het Burgerweeshuis werd in 1551 het St. Nicolaasweeshuis opgericht op de plek waar nu de St. Gregoriuskerk (op ’t Zand) is. 

60 jaar later werd een betere plek gevonden: het inmiddels verlaten klooster Mariënhof.

Toen na 1579 in de Nederlanden katholieke bezittingen in handen kwamen van het stadsbestuur, werd aan deze gebouwen nieuwe bestemmingen gegeven. 

De verantwoordelijkheid voor die gebouwen kwam in handen van de stedelijk gezaghebbers, of beter, de rijkere bovenlaag.

De verlaten gebouwen werden geschikt gemaakt om er armen, zieken, wezen op te vangen. Zo’n instelling werd bestuurd door de regenten. Vaak deden hun vrouwen, dochters of zonen dat tegen een jaarlijks vergoeding die door het stadsbestuur betaald werd!

De regenten, bestuurders, van het Burgerweeshuis, vergaderden in de regentenkamer. Nu onderdeel van het spel. 
De bewoonsters en bewoners kunnen u alles vertellen over hun dagelijkse werkzaamheden en wat ze zoal meemaken in 1600.

(De tijd overigens waarin één van Amersfoorts meest prominente zonen één van de machtigste mannen, zo niet dè machtigste man, in Holland was. Het heeft hem de kop gekost.)
Een leuke vraag om aan de bewoonsters en bewoners van het Burgerweeshuis te stellen.

In 1642 werd een aantal instellingen voor behoeftigen samengevoegd in De Armen Noodhulp.  Deze kreeg ook de zorg voor arme wezen onder zich. 

Met name de tijd na 1672, de Franse bezetting, was fnuikend. Er kwamen veel wezen bij. De inkomsten van het weeshuis waren door die bezetting sterk gekrompen. Veel zeer behoeftige kinderen hadden geen onderdak. 
In 1717 werd eindelijk het ‘Stadskinderhuys’ gesticht, bestemd voor arme wezen, kinderen van overleden Amersfoorters.
In 1894 werden het Burgerweeshuis en het Stadskinderhuis samengevoegd. 
( zie ook: burgerweeshuis-amersfoort.nl)

Het Burgerweeshuis, Leven in 1600

Fotogalerij

De werkzolder

Op de werkzolder zijn de wezen druk met het aanleren en oefenen van noodzakelijke vaardigheden voor later. Lezen en schrijven bij de schoolmeester bijvoorbeeld.
Wie de leeftijd had bereikt om in de leer te gaan bij een ambachtsman, ging al vroeg in de morgen naar zijn meester om het vak te leren. Om vijf uur opstaan in de zomermaanden en om zes uur in de wintertijd was normaal.
Er bleven ook meisjes in huis om aan het spinnewiel vlas of wol te spinnen en de wollen lakens te bleken met behulp van as. Linnen lakens moesten zij helpen ‘reiden’ (opruwen). 
Wat klaar was voor gebruik, werd verkocht.
Het kan zijn dat een enkele jongen in de leer was bij de eigen schoenmaker, die dagelijks in huis bezig was.
Kinderen leerden ambachten als spoeler van linnen of laken in bijvoorbeeld het Linthuis, of ze leerden bij een mandenmaker, schoenmaker of kleermaker. 
Soms nam de ‘bouman‘ (boer) van het weeshuis enkele kinderen mee om te helpen op het land van het weeshuis. Bijvoorbeeld bij het oogsten of wieden.. De verdiensten kwamen het weeshuis ten goede.

Door dit straatje liepen de wezen van het Burgerweeshuis in de Mariënhof naar het Lint- en Spinhuis, waar zij te werk waren gesteld.

Of buiten

De de laatste roddels uitwisselen. Je maaltje bij elkaar vissen of zomaar even luieren.

Het spel en de spelers

De rolspelers ‘acteren’ zo naturel mogelijk. Ze zijn bezig met alledaagse bezigheden in hun eigen historische omgeving of vertellen op een eenvoudige manier over hun dagelijks leven. De persoonlijke ervaring van zowel het personage als de bezoeker staat centraal. De personages geven geen ‘geschiedenisles’, maar door middel van gesprekjes met bezoekers geven zij op een ongedwongen en vanzelfsprekende manier ongemerkt veel informatie.

Zelf Levende Historie spelen en in de huid van een ander kruipen?

Bij levende geschiedenis speel je een figuur, een rol.
Vanuit de ik-persoon vertel je over jouw dagelijkse beslommeringen. 
Alle spelers hebben een eigen, andere rol. Samen laat je de tijd van toen herleven.
Terwijl je bezig bent met de werkzaamheden die bij je rol horen, vertel je de bezoekers – je publiek – wat je aan het doen bent. 

Beleef oude tijden

De bezoekers, jong en oud, leven met je verhalen mee en zo neem je ze mee terug in de tijd, jouw tijd.
Iedereen die het leuk vindt te spelen, en dat een aantal dagen in de zomer te doen, jong, oud, man, vrouw, jongen, meisje is van harte welkom. Merk zelf hoe leuk het is voor anderen een rol te spelen.

Tot ver uit het buitenland komen er enthousiaste kaartjes en mails binnen.
Wil je meedoen:?
Vul het contactformulier op deze website in.
Bij voorbaat onze hartelijke dank!